1. De ruimte moet aan de onder- en/of bovenzijde voorzien zijn van een vloer of dak(vloer).
2. De ruimte moet aan alle kanten volledig worden begrensd door gevels, vloer en dak(vloer).
3. De ruimte heeft ergens een hoogte van minimaal 1.5 m, gemeten vanaf de vloer tot aan bovenliggende constructie.
4. Mensen moeten de ruimte in de woning kunnen betreden.
Welke van de 4 omschrijvingen passen bij het begrip ruimte?
0 of 1 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de quiz al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Quiz is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de quiz te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 1 Vragen answered correctly
De tijd is verstreken
Antwoord: c) Alleen omschrijving 1, 3, 4 passen bij het begrip ruimte.
Toelichting:
Volgens NEN 2580 is de definitie voor ruimte:
“voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat ten minste aan de onderzijde en/of de bovenzijde wordt begrensd door een scheidingsconstructie en dat een netto-hoogte heeft van ten minste 1,5 m”
Omschrijving 1, 3 en 4 passen hier goed bij. Omschrijving 2 spreekt over dat alle zijden volledig dicht moeten zijn. Dat is het geval bij een binnenruimte, maar niet bij een ruimte.
Maak een keuze uit: