Bij het opstellen van de NEN 2580 zijn de makers uitgegaan van een aantal basis rekenregels, zodat miljoenen panden hiermee uitgerekend kunnen worden. En dusdanig, dat iedereen op dezelfde manier panden inmeet en uitrekent.
Deze principes vind je ook terug in de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen en de Meetinstructie Bruto inhoud woningen.
Als je deze principes in je achterhoofd houdt, dan wordt het berekenen van gebruiksoppervlakten en inhouden makkelijker.
De 0.5 m2 – regel geldt ook op de grensvlakken van de totale verdiepingsoppervlakte: In- en uitspringende bouwdelen, welke kleiner zijn dan 0.5 m2 worden genegeerd.
Je legt in een keer aan de buitenzijde van de gevel de meetlijn neer. Dan toets je bij ieder in- of uitpringend bouwdeel of dit groter of kleiner is dan 0.5 m2.
Heb je meerdere in- en uitspringingen in een gevel, dan mag je die niet bijelkaar optellen om tot 0.5 m2 te komen. Ieder in- en uitspringend bouwdeel beoordeel je individueel.